logo ars floreat header filosofen

 

 

 

 

Home

 

Downloads

 

Sitemap

 

next

 

Plato - Mythe van een vroeger tijdperk

 

Athener: Goed. Ten tijde van Kronos, al lang voor het bestaan van de steden, waarvan we de evolutie hebben beschreven, bestond er een zeer welvarende en goed bestuurde samenleving die model stond voor de staat die nu het best wordt bestuurd.

Kleinias: Het is heel belangrijk daar iets over te horen.

Athener: Dat denk ik ook. Ik breng het niet voor niets te berde.

Megillos: Het is nu aan de orde, dus ge zoudt er goed aan doen ons het hele verhaal te vertellen.

Athener: Dat zal ik doen. Het verhaal gaat dat de mensen in die tijd een gelukkig leven leidden, omdat alles in overvloed en als vanzelf beschikbaar was. Men zegt dat daar de volgende oorzaak voor was. Kronos wist heel goed wat wij al eerder vermeldden, namelijk dat de menselijke natuur niet sterk genoeg is om de volledige verantwoording te dragen voor alle doen en laten van de mens, omdat de mens vervuld raakt van eigendunk en oneerlijkheid. Daarom stelde hij als koningen en machthebbers in onze steden geen mensen aan maar wezens van een goddelijker en edeler ras, halfgoden. Hij ging te werk zoals wij nu doen met kudden schapen en andere tamme dieren. Wij geven runderen geen runderen als herders en geiten geen geiten, maar omdat wij van een edeler soort zijn, treden wij als hun herders op. Hetzelfde heeft de God gedaan uit liefde voor de mensheid. Hij gaf ons in die tijd het edeler ras van de halfgoden als leiders. Deze zorgden goed voor ons, tot hun eigen voldoening en de onze. Zij gaven met gulle hand vrede, eerbied, orde en rechtvaardigheid en maakten zo het menselijk geslacht eensgezind en gelukkig. Ook in deze tijd bevat dit verhaal een kern van waarheid. Als staten een sterveling aan het hoofd hebben en niet een god, dan is er geen ontkomen aan rampen en ellende. Daarom is het zaak dat wij met al ons vermogen leven naar het voorbeeld uit de tijd van Kronos en als staat en als individu onze huizen en steden bestieren in gehoorzaamheid aan wat onsterfelijk in ons is, waarbij wij aan de autoriteit van de rede de naam ‘wet’ geven. Maar als de individuele mens of een oligarchie of een democratie snakt naar genot en plezier en de vervulling daarvan nastreeft, wordt dit gebrek aan zelfbeheersing gestraft met eindeloos leed, omdat men dan niet genoeg kan krijgen van alles wat slecht is. Als zo’n mens of zo’n overheid heerst over een gemeenschap of een persoon, en als de wetten met voeten worden getreden, dan is er geen redding meer mogelijk, zoals ik al zei.

 

Uit: Plato – De Wetten – 713b–714a

 


 

Voor Plato zie: Plato

 

Voor Plato’s De Wetten (pdf file) zie: Plato - Nomoi (De Wetten)

 


 

 

footer e-mail & copyright