Plato over Atlantis
Uit: Kritias
(Verhaal dat eens door priesters is verteld en dat Solon uit
Egypte hierheen heeft gebracht; Kritias heeft het van zijn grootvader;
die had het weer van Dropides, een vriend van Solon.)
Om te beginnen moeten wij ons dan in herinnering brengen dat het
meer dan negenduizend jaar geleden is dat volgens de overlevering
een oorlog plaatsvond tussen de volkeren die voorbij de Zuilen
van Herakles (Straat van Gibraltar) woonden en alle volkeren aan
deze zijde. Ik zal nu de hele geschiedenis van deze oorlog vertellen.
Men zegt dat onze stad (Athene) de aanvoerster was van de ene
partij en gedurende de gehele oorlog doorgevochten heeft. Aan
het hoofd van de andere partij stonden de koningen van het eiland
Atlantis dat, zoals wij zeiden, vroeger groter was dan Libye (Noord-Afrika)
en Klein-Azië tezamen. Thans is het ten gevolge van aardbevingen
verzonken en vormt het nog slechts een ondoordringbare moddermassa
en een belemmering voor de schepen die van hieruit naar de open
zee willen.
.....
Telkens wanneer in de dagelijkse behoefte is voorzien en men over
vrije tijd beschikt, blijkt een volk belangstelling te krijgen
voor verhalen en geschiedenis, en niet eerder. Op deze wijze zijn
van hen die lang geleden leefden, de namen bewaard gebleven, maar
niet hun werken.
.....
Op de plaats die men nu de woestijn noemt, waren toen vlakten
van vruchtbare aarde en veel bosrijke bergen, waarvan de sporen
zelfs nu nog zichtbaar zijn.
.....
Gelijktijdig met de derde van de rampzalige overstromingen die
voorafgingen aan de grote zondvloed ten tijde van Deukalion,
hadden ook aardbevingen plaats.
.....
Het geslacht van Atlas nu was talrijk en stond in hoog aanzien;
het was altijd de oudste die als koning regeerde en deze gaf het
koningschap steeds door aan zijn oudste zoon, zodat zij vele generaties
lang de heerschappij behielden. De rijkdom die zij verwierven,
was van een omvang als nooit tevoren in enig koningshuis bestond
en ook later niet licht meer gevonden zal worden.
.....
Gaat verder met een uitvoerige beschrijving van Atlantis
(zie link onderaan)
----------
Uit: Timaios
Op allerlei manieren is in de loop van de tijd de mensheid herhaaldelijk
met totale ondergang bedreigd en zo zal het blijven, het hevigst
door water en vuur en tal van andere oorzaken.
.....
Als ooit ergens dingen zijn gebeurd waarvan wij weten dat zij
roem of eer opleverden of iets anders dat de moeite waard was,
is dat allemaal van oudsher hier opgeschreven en bewaard in de
tempels. Bij u en andere volken is keer op keer het schrift uitgevonden
en al het andere dat nodig is in een staat en dan barstte opnieuw,
na het gebruikelijke aantal jaren, de onvermijdelijke zondvloed
los die alles weer verzwolg en bij u bleven alleen de ongeletterden
en onontwikkelden over, zodat ge er weer opnieuw voorstond als
een kind, zonder iets te weten van wat in dit en uw land in vroeger
tijden is gebeurd. Daarom zijn in feite de afstammingsmythen die
ge net over uw volk vertelde, nauwelijks meer dan sprookjes, Solon.
Om te beginnen herinnert ge u maar één zondvloed, terwijl er daarvoor
al zovele zijn geweest.
.....
Het bestaan van onze staatsinrichting wordt in de heilige geschriften
vermeld sinds achtduizend jaar. Over de burgers die negenduizend
jaar geleden leefden, zal ik u in het kort iets vertellen, over
hun wetten en over de dapperste daden die ze hebben verricht.
Het hele verhaal in de juiste volgorde vertellen we een andere
keer, als we tijd hebben, en dan betrekken we er ook bij wat erover
geschreven is.
.....
De geschiedenis vertelt, dat uw stad op een keer een geweldige
troepenmacht tot staan heeft gebracht die, komend uit de richting
van de Atlantische Oceaan, met veel bravour tegen heel Europa
en Klein-Azië optrok. In die tijd was de zee daar immers bevaarbaar.
Er lag een eiland voor de zee-engte die ge nu de Zuilen van Herakles
(Straat van Gibraltar) noemt. Dat eiland was groter dan Libye
en Klein-Azië samen en reizigers van toen konden van daar naar
de andere eilanden oversteken en zo naar het gehele tegenoverliggende
continent dat die oceaan omsloot. Want de zee hier ligt binnen
de zeestraat waar wij over spreken en is dus eigenlijk meer een
haven met een nauwe toegang, maar die andere is pas echt een zee
en het land dat daaromheen ligt, kan met recht een continent worden
genoemd. Op dat eiland, Atlantis, bestond een machtig en indrukwekkend
verbond van koningen die heersten over het hele eiland en over
nog veel meer eilanden en delen van het vasteland. In het gebied
aan deze kant van de zee-engte voerden zij bovendien nog de heerschappij
over Libye tot aan Egypte en over Europa tot aan Tyrrhenië.
.....
Later waren er ongekende aardbevingen en overstromingen en toen
kwam het afgrijselijke etmaal waarin al uw strijders ineens door
de aarde zijn verzwolgen. Ook het eiland Atlantis is door de zee
opgeslokt en verdwenen. Daarom is de zee daar ook nu nog ontoegankelijk.
Er ligt een geweldige hoop modder in de weg. Die wierp het eiland
op, toen het verzonk.
.....
Uit: Platoon Verzameld Werk - deel 4
Voor Atlantis beschrijving zie: Atlantis beschrijving
Voor Plato zie: Plato
|